Lees onderstaande punten goed door!
Contact opnemen
Neem tijdig contact op de parochie. In de
meeste parochies kun je een jaar van tevoren een huwelijk aanmelden. Drie
maanden van tevoren is eigenlijk een absoluut minimum, om nog een beetje
serieus met de voorbereiding te kunnen beginnen.
Bij een eerste contact moeten een aantal zaken
ter spraken komen. Soms gaat dat per telefoon, maar beter zou zijn als je met
iemand van de parochie een ‘intake-gesprek’ kunt hebben. Daarbij gaat het
vooral om het afspreken van de volgende dingen.
Je mag bijna altijd zelf de datum van je
huwelijk kiezen. Er zijn natuurlijk dagen die niet geschikt zijn om te trouwen
in de kerk, zoals sommige feestdagen, en de dagen vlak voor Pasen. Bovendien
moet je er rekening mee houden, dat op veel plaatsen ook op zaterdag niet in de
kerk getrouwd wordt, omdat de priesters of diakens dan alleen beschikbaar zijn
voor de gewone weekendvieringen.
Als je een datum en tijd afspreekt, vraag dan
of er op die dag nog andere vieringen in dezelfde kerk zijn. Als er nog andere
bruidsparen die dag de kerk nodig hebben, moet je natuurlijk rekening houden
met elkaar.
Als je toch trouwt op een kerkelijke feestdag,
zal de pastoor misschien aangeven dat een huwelijk wel mogelijk is, maar dat je
minder vrijheid hebt om eigen teksten uit te kiezen. In goed overleg moet het
altijd mogelijk zijn om dan toch een geschikte datum en/of huwelijksviering
samen te stellen.
Normaal gesproken hoort iedere katholiek bij
een bepaalde parochie. Een parochie is een bepaald gebied waar ook een kerk
staat. Er is ook altijd een (waarnemend) pastoor verantwoordelijk voor dat
gebied. Het is eigenlijk de bedoeling dat aanstaande bruidsparen trouwen in de
parochie waar ze wonen, of van vroeger uit, waar de bruid vandaan komt.
Toch heeft deze mode ook een schaduwzijde.
Jonge mensen hebben vaak niet zo’n band met een parochie, of de kerk op de
plaats waar ze wonen. De Kerk moet maar niet teveel van ze verwachten, want “je
kunt ook geloven zonder elke week naar de kerk te gaan.” De Kerk zal niemand
dwingen er anders over te denken. Maar het is ook heel eerlijk als sommige pastoors
er niet veel voor voelen om op allerlei plaatsen huwelijken te komen doen, als
de mensen die willen trouwen de eigen parochiegemeenschap (met alle mensen die
daar vreselijk hun best doen een kerk gastvrij open te houden) willen passeren
om allerlei ‘romantische redenen’.
Daarom is het goed om tijdig af te spreken wat
de mogelijkheden zijn in bepaalde kerken of kapellen. De pastoor ter plaatse
kan wel vertellen wat de geldende afspraken zijn, maar de laatste jaren wordt
er bij de mooie, kleine en oude kerkjes steeds vaker ‘nee’ verkocht als jonge
mensen die geen binding hebben met de parochie, er hun huwelijk willen sluiten.
Ergens is het ook logisch: als de Kerk niet veel van jonge mensen mag
verwachten, waarom zouden jonge mensen dan wel van de Kerk mogen vragen dat elk
verzoeknummer wordt gespeeld?
Wat in ieder geval vaststaat is het volgende:
-- Het is gewoonlijk niet toegestaan om een
katholiek huwelijk te sluiten in een kerk of kapel die niet als katholieke
kerkruimte in gebruik is, of in een protestantse kerk. Een kerk die geen kerk
meer is, en als zaal of expositieruimte kan worden gehuurd, ziet er misschien
wel mooi uit, maar die kun je dan beter huren voor de receptie. Een katholieke
kerkdienst wordt gehouden in een ‘katholieke ruimte’. Als je daar over nadenkt,
is dat eigenlijk heel logisch; je gaat ook niet voetballen op een tennisbaan.
-- Als je trouwt in een mooie kapel die niet je
eigen parochie is, dan moet je in ieder geval je eigen pastoor daarvoor om
toestemming vragen. Maar wat nog belangrijker is: de pastoor van de parochie
waar die kapel staat, moet ook toestemming geven. Het klinkt misschien wat
flauw, maar zo zijn de spelregels nu eenmaal. Als je voor de wet trouwt, moet
je je ook aan een hoop regels houden.
Als je in de katholieke Kerk trouwt, is daar
ook altijd iemand namens de Kerk aanwezig. Zoals de ambtenaar van de
burgerlijke stand jullie huwelijksbelofte aanneemt om een wettig huwelijk te
voltrekken, zo is er een priester of diaken nodig om jullie ja-woord voor de
Kerk aan te nemen.
Priesters en diakens zijn gewijd door de
bisschop, en aangesteld om onder andere in de parochie waar ze zijn benoemd,
bij kerkelijke huwelijken te assisteren. (Zo heet dat in vaktermen) Een pastoraal
werker (of werkster) is niet gewijd en kan dus niet bij huwelijken assisteren.
Het kan natuurlijk voorkomen dat je zelf een
goede band hebt met een familielid of bekende die ook voor de Kerk werkt.
Sommige mensen hebben nog een ‘heeroom’ of ‘pater’ in de familie, of misschien
heb je vóór je trouwen wel vrijwilligerswerk gedaan in een parochie en ken je
daarom een eigen pastor. Op de meeste plaatsen heeft de pastoor er geen bezwaar
tegen als een collega-priester of -diaken een huwelijk voor familie of vrienden
wil doen.
Het is wel belangrijk om van te voren duidelijk
af te spreken wat je wilt. Als je graag een ‘eigen’ priester of diaken
meeneemt, moet je dat bij de aanmelding meteen zeggen en vragen of dat mogelijk
is. Soms wil de plaatselijke pastoor dat je dan tóch meedoet met de
huwelijksvoorbereiding van de parochie, ook als je een aantal gesprekken hebt
met je ‘eigen’ priester of diaken.
Eerste afspraken over eigen invulling
Het is heel verstandig om meteen te informeren
wat er mogelijk is om zelf bepaalde dingen in te vullen. Daarbij kun je denken
aan:
Muziek. Sommige pastoors vinden nog alles goed, zoals
een band met popmuziek en allemaal eigen teksten. De mode is de laatste jaren
echter weer aan het veranderen. Steeds vaker is het niet meer toegestaan om in
de kerk – zeg maar – dezelfde soort muziek te draaien als in de feestzaal.
Niet-levende muziek (Cd’s) is per se niet toegestaan. Een kerkdienst heeft een
eigen karakter en daarbij past eigen, kerkelijke muziek. Vraag vooraf wat er
kan, dat voorkomt een hoop ergernis naderhand.
Versiering. Meestal mag je eigen bloemen en
aankleding meebrengen. Op sommige plaatsen is er echter ook een werkgroep die
de versiering van de kerk organiseert. Ook dan is het fijn als je vooraf weet
waar je aan toe bent.
Teksten. Natuurlijk is een huwelijksviering een
speciale kerkdienst voor jullie beiden. Maar het is ook een kerkdienst
en in de Kerk hebben God en Jezus Christus altijd een centrale plaats. Er zijn
nog pastores die je helemaal zelf laten uitzoeken wat je zelf wilt. Maar dat is
bijna iets van vroeger, uit de jaren zeventig en tachtig. Tegenwoordig geven de
meeste priesters of diakens een keuze-map mee, die heel veel lijkt op wat je
ook op deze internetpagina kunt vinden. Ook wat betreft je eigen teksten geldt:
vraag vooraf wat er in de parochie waar je trouwt, gebruikelijk is.
Voorbereidende stappen
Wat verstaan we onder ‘vrijheid’?
Allereerst: het moet jullie eigen keuze zijn.
Als één van beiden eigenlijk helemaal niet voor de Kerk wil trouwen, omdat
hij/zij er niks van gelooft en er niet achter kan staan, of omdat er dwang van
thuis achter zit, dan trouw je niet omdat je het zelf wilt, maar omdat een
ander dat voor jou wil. Dat werkt niet en dan kun je beter wachten en eerlijk
zeggen dat je er niet aan toe bent.
Voor de katholieke Kerk kun je vrij trouwen als
je allebei katholiek gedoopt bent.
Is één van beiden katholiek, en de ander wel
gedoopt, maar protestant, dan kun je wel trouwen, maar met speciale
toestemming. Meld dat tijdig aan, en houd er rekening mee dat er bepaalde
voorwaarden aan worden gesteld.
Is één van beiden katholiek gedoopt en de ander
niet gedoopt, omdat hij/zij van huis uit bijvoorbeeld atheïstisch of
islamitisch opgevoed is, dan kun je niet trouwen, behalve met speciale toestemming.
Meld dat tijdig aan, en houd er rekening mee dat er bepaalde voorwaarden aan
worden gesteld.
Verder kun je vrij trouwen als je niet al
getrouwd bent. Dat is natuurlijk heel logisch; je kunt maar met één iemand
tegelijk getrouwd zijn, ook voor de Nederlandse wet. Maar… als één van beiden
al getrouwd geweest is, en gescheiden? Pas dan op! Mensen die voor de kerk
getrouwd zijn en daarna gescheiden, zijn niet automatisch gescheiden voor de
Kerk. Voor de Kerk geldt dan, dat je nog getrouwd bent, terwijl je voor de wet
alweer vrij bent. Het is dan maar de vraag of je voor de Kerk kunt hertrouwen.
De Kerk kent namelijk geen mogelijkheid tot echtscheiding. Je kunt hoogstens
bij de kerkelijke rechtbank laten onderzoeken of het eerste huwelijk wel echt was.
Meld dit tijdig aan, want je kunt geen huwelijksdatum vastleggen in de kerk,
als niet zeker is dat je kunt trouwen. De pastoor van je parochie kan je alles
uitleggen over de mogelijkheden en onmogelijkheden van een tweede huwelijk.
Als je gedoopt bent, wordt dat ergens
ingeschreven. Dat gebeurt op de plaats waar je gedoopt bent. Als je zelf niet
meer weet waar dat is, dan weten eventueel je ouders dat, of staat het in hun
trouwboekje.
Voor je gaat trouwen moet je bij de parochie waar je gedoopt bent een zogenaamd ‘doopbewijs’ aanvragen. Dat is een uittreksel uit het doopregister, waar precies opstaat wat je kerkelijke status is: gedoopt, gevormd, gehuwd of gewijd. Ook staan je doopnamen, de namen van je ouders, peter en meter erop. Na je huwelijk stuurt de parochie waar je trouwt een berichtje naar de parochie waar je gedoopt bent, zodat ze je huwelijk kunnen aantekenen in het doopregister.
Zo’n doopbewijs moet je zelf aanvragen en let
op! En doopbewijs is een half jaar geldig. Het doopbewijs mag op de dag van je
huwelijk nooit ouder zijn dan 6 maanden. Daarom geldt als doopbewijs niet: een
oorkonde die op de dag van je doop meegegeven is aan je ouders.
Als je trouwt in de parochie waar je ook
gedoopt bent, hoef je geen doopbewijs aan te vragen.
Als je in het buitenland bent gedoopt, en er op
die plaats geen doopbewijs kan worden afgegeven, neem dan tijdig contact op met
de pastoor.
(Je eventuele kinderen nog niet gedoopt? Vraag de parochie naar de mogelijkheden en kijk vast op DEZE WEBSITE.)
Het komt steeds vaker voor dat jongeren wel gedoopt zijn,
maar nooit hun eerste communie of vormsel hebben gedaan. Het is niet verboden
om dan in de Kerk te trouwen, maar het wordt sterk aangeraden om dan vóór het
kerkelijk huwelijk ook het vormsel (en daarbij ook de eerste communie) te
ontvangen. Houd er wel rekening mee, dat er dan ook een extra voorbereiding op
beide sacramenten gevraag zal worden.
Een kerkelijk huwelijk wordt gesloten ten overstaan
van een priester of diaken en minstens twee getuigen. Het is goed om de
getuigen van tevoren uit te kiezen. Het is soms aardig om meerdere getuigen te
kiezen, maar twee is echt voldoende; de rest van de aanwezigen is in zekere zin
ook uitgenodigd en getuige van het ja-woord.
Het lijkt vanzelfsprekend, maar een kerkelijk
huwelijk is niet hetzelfde als een burgerlijk huwelijk (voor de wet). Dat
betekent, dat er pas in de kerk getrouwd kan worden, als vooraf het burgerlijk
huwelijk voltrokken is.